donderdag 13 december 2012

anderland

Ik bevind me in het land van niemand. Misschien is het niemandsland, maar het zou ook kunnen dat dit gewoon het land is van niemand anders dan van mijzelf.
Een anderland, een raar land. Een plek waar je ontheemd bent, maar toch thuis.
Echt naar is het hier niet, maar het feest hoef je hier ook niet te zoeken.  En de tijd staat hier stil, alleen kom ik er niet goed achter hoe dat komt.

Ik was hier al eerder, dat wel. Zoals je op vakantie kunt zijn geweest naar een bepaalde bestemming waarvan je achteraf zegt dat het wel ok was, maar dat je er niet nog eens heen zou gaan. Zo was het niet mijn plan om hier nog eens te belanden.
Maar soms krijg je autopech op weg naar een nieuwe bestemming, en het kan zomaar gebeuren dat je toen net ergens was waar je al eerder bent geweest.

Het is leeg in het land van niemand, er is geen natuurschoon en de muziek klinkt verstilt op de achtergrond, zo zacht dat je de melodie net nog hoort, maar niet kunt thuisbrengen.

Want het is hier niet de bedoeling dat je uitgebreid om je heen kijkt, of dat je wordt afgeleid door de muziek.
In dit land is het juist de bedoeling dat je naar binnen kijkt, in stilte.

Net zo lang totdat je weer verder kunt.

maandag 10 december 2012

Mathilda Zemel

Mathilda Zemel was van goede komaf, maar ze trouwde ver beneden haar stand.
Nu was je in de tijd dat haar verhaal zich afspeelde op je tweeëntwintigste al bijna een oude vrijster, dus wellicht speelde dat mee, bij haar uiteindelijke keuze voor de voddenboer.
Of misschien was ze gewoon heel erg verliefd.
Ik houd het maar op verliefd, want Mathilda was vreselijk jaloers, altijd bang dat haar voddenboer er amoureuze verhoudingen met andere dames op na zou houden. En zonder liefde bestaat geen jaloezie, dat weet iedereen.
In de jaren twintig van de vorige eeuw waren er nog geen zelfhulpboeken voor vrouwen waarin ze had kunnen lezen dat je mannen juist van je afduwt als je ze in hun vrijheid beteugelt.
Al betwijfel ik of een dergelijk boek in het geval van Mathilda geholpen zou hebben, want haar jaloezie kon je rustig ziekelijk  noemen.
Iedere avond zocht ze de door haar voddenboer opgehaalde waar uit en viste daarbij zorgvuldig de  dameslingerie uit de baal kleding en lappen.
Ze knipte systematisch alle bandjes van de bh's, hemdjes en onderjurken zodat haar man deze niet meer stiekem cadeau zou kunnen doen aan andere vrouwen. De bandjes verdwenen in de kachel en Mathilda kon met een gerust hart gaan slapen.

Zo nu en dan mocht haar voddenboer een avondje met zijn vrienden naar het café van zijn vrouw. Al zorgde ze er wel voor dat hij van huis ging in zijn oudste, meest versleten kleding. Maar wat Mathilda niet wist was dat haar man altijd eerst bij een vriendin langsging, alwaar hij zich écht klaarmaakte om uit te gaan. Want bij zijn vriendin had hij een mooi pak weggestopt.

Dus zo leefden Mathilda jarenlang samen met haar voddenboer, waarbij zij beiden op hun eigen, unieke wijze hun best deden om het huwelijk zo aangenaam mogelijk te houden. Ze waren arm, maar als je haar zag zou je dat niet zeggen. Naar het schijnt had zij altijd nog het air van een rijke dame en keek ze onbekommerd op iedereen neer. Uiterlijk zag ze er altijd onberispelijk uit, al moest je niet onder haar kleding kijken. Mathilda kon knippen als de beste maar van verstellen had zij geen kaas gegeten. Haar onderkleding werd bijeen gehouden door veiligheidsspelden, maar niemand die dat zag.
Wat ook niemand wist was dat haar huis bijna onbewoonbaar was door de verschrikkelijke bende die ze er van maakte - ook op het huishoudelijke gebied lagen haar talenten niet - en dat het ongedierte er welig tierde, door al het vuil.

Uiteindelijk liep het niet zo goed af met Mathilda en haar voddenboer, maar de afloop zou het verhaal wel erg triest maken, dus die laat ik maar weg.

Toch had ik haar graag gekend. Ik zou haar van alles willen vragen, maar vooral waarom ze zo'n puinhoop van haar leven maakte.
En zou ik mezelf enigszins terugzien in Mathilda Zemel, de moeder van mijn opa?
Ik vrees van wel, toch wel een beetje.
Dus het minste wat ik kan doen is een verhaaltje over haar schrijven.

maandag 3 december 2012

Ze zeggen dat het sneeuwde

Het sneeuwde, maar ik zag het niet.    Er knisperde geen witte deken onder mijn voeten. En er smolten geen vlokjes op mijn tong.
Geen gedempte stilte, geen sneeuwpop, geen sneeuwballen, geen natte wimpers.
En ook geen wollen muts.
Die wonderschone witte wereld, die kinderlijke pret, die lichtgrijze lucht met ontelbare vlokken, ja die lucht die je alleen bij sneeuw ziet. En die alles wat lelijk is mooi tovert.
Ik zag het niet.
Te druk met onzinnige zaken, met voorheen, met wat als en met stel dat.
Dus zo kwam het dat het sneeuwde. Maar dat ik het niet zag.

zondag 25 november 2012

zweepjes & bierbuiken

Er is duidelijk iets aan de hand met mij.
Het is vreselijk, ik hoor er niet bij, ik ben het zwarte schaap, de vreemde eend.
Want ik vond 50 tinten grijs 500 pagina's te lang.
Miljoenen vrouwen zijn er wildenthousiast over, dus ik begon verheugd aan het eerste deel.  Inmiddels zijn we drie maanden verder en ik ben me nog steeds door het derde deel heen aan het worstelen.
Ik, die normaal gesproken twee boeken per week leest.
Met gemak.

De enige keer dat ik langer deed over het lezen van een boek was die keer dat ik wilde stoppen met roken met behulp van een populair amerikaans zelfhulpboek. "Stop niet met roken voordat u dit boek helemaal uit hebt," benadrukte de schrijver.

Maar deze boeken gaan er bepaald niet over jezelf iets te onthouden. Integendeel. Boek één en twee beslaan welgeteld drie weken.
Drie weken waarin bloedmooie Annie, het hoofdpersonage, ongeveer vijfentachtig keer sex heeft met Christian, de getraumatiseerde zakenman.
Christian is de natte droom van elke vrouw. Mooier dan Brad Pitt en Johnny Depp bij elkaar, sociaal, enorm lief, maar gevaarlijk en onvoorspelbaar, en rijker dan Dagobert Duck.
En tussen al die sex door beleven ze ook nog een aantal spannende avonturen (het zijn dikke boeken).  Maar de echte spanning zit in de manier waarop deze mensen hun seksualiteit beleven.
Christian en Annie doen namelijk aan sm.
En dat kan, dat is ook een hobby. Vooral doen waar je zin in hebt, zolang je anderen er maar niet mee kwetst, zei m'n oma altijd. Nu zal ze daar vast geen sm mee bedoeld hebben, maargoed, het gaat om het idee.
Oh, en bij sm is het natuurlijk juist een soort van de bedoeling, dat kwetsen, maar dat is dan weer met wederzijds goedvinden, dus dan mag het.
Maar ik dwaal af.
Mijn punt is dat die boeken wereldwijd door al die vrouwen worden verslonden, en dat ik persoonlijk tientallen, zoniet honderden, boeken las die ik aanbevelingswaardiger vind. Maar dáár hoor je niemand over.

Wat ik wel hoor is dat de verkoop van handboeien, zweepjes, ballen en balletjes explosief is gestegen na de uitkomst van deze boeken.
Wat ik ook hoor is dat volwassen mensen, die dus al jarenlang hun sexleven op geheel eigen wijze gestalte geven, ineens workshops gaan volgen om te leren sm-en.
Dus dat Henk en Ingrid ergens in een nieuwbouwwijk in Almere op hun Ikeabed naarstig aan het zoeken zijn naar bevestigingspunten voor het vastbindtouw ("Nee joh, niet dát touw, das het springtouw van kleine Britney!").
En dat Ingrid inmiddels met een uitgescheurde vaginus rondloopt, want ze wist niet dat je die balletjes uit moest doen tijdens de spinningtraining op de sportschool.

En dat snap ik dus niet.
Hebben al die vrouwen hun behoefte aan sm dan altijd onderdrukt? Of bedachten ze zich pas tijdens het lezen van deze boeken dat ze dat eigenlijk altijd al eens hadden willen doen: vastgebonden en geblindoekt genomen worden door hun eigenste Henk.
Ik zie dat dan ook voor me hè, hoe Henk, kalend en met behaarde bierbuik, zo'n bal in Ingrid's mond propt, haar vervolgens wat onhandig vastbindt, waarna hij zich een tikje hulpeloos staat af te vragen wat hij nú moet doen.
Maar dat kan hij niet aan zijn Ingrid vragen, want dan roept zij weer gefrustreerd dat hij dat zelf moet bedenken, want dát past niet in haar beeld van een dominante man.
Terwijl Henk veel liever gewoon met een biertje op de bank voetbal had gekeken.
Maar ja, zijn vrouw heeft die boeken gelezen.

Enfin.

Het wachten is op de man die het allemaal niet meer trekt, de man die gewoon zijn saaie, voorspelbare Ingrid terug wil. Lekker 's avonds samen voor de buis en één keer per week ff een nummertje maken, niet al dat gedoe.
Het wachten is op de man die het zat is om in zijn slaapkamer over al die vreemde attributen te struikelen, of erger nog, de man die enorm baalt dat hij de zolder om moest bouwen tot sm-kelder. De man die daar zijn biljarttafel of modelspoorbaan voor op moest offeren.
Die man die vandaag of morgen uit zijn vel springt van woede als hij op dinsdagavond, terwijl hij net lekker aan de koffie zit, met zijn vrouw naar de zoveelste bondageworkshop moet. Waarop hij met zijn vuist op tafel slaat en brult dat het nou genoeg is geweest!
Om Ingrid vervolgens mee naar boven te sleurenen en op brute wijze de liefde met haar te bedrijven.

Zodat ze toch nog haar zin kreeg.

vrijdag 23 november 2012

to blog, or not to blog?

Bijna tien jaar geleden was bloggen het nieuwe verhalen bij het kampvuur. Alleen nu hoefde je er je huis niet meer voor uit. Een kampvuur was ook overbodig, het enige wat je nodig had was een computer en een internetaansluiting. Bloggen was het eerste medium waarmee men online verhalen deelde. Soms vergezeld van foto's of muziek, maar het ging in eerste instantie om de verhalen. Er waren serieuze bloggers (pijnlijk serieus soms zelfs), aanvallende bloggers, bloggers die het met humor deden of met sarcasme. Of een combinatie van dit alles. Verder waren er grote groepen mensen die enthousiast alle dagelijkse belevenissen van hun huisdieren deelden, liefst met héél veel bewegende vlinder en/of kattenplaatjes. Dat waren de bloggers waar de zogenaamde serieuzen op neer keken. Er ontwikkelde zich een complete bloghiërarchie, met meetings waar zij wél en zij niet voor uitgenodigd werden. Met als bijkomstigheid dat het allemaal anoniem kon: als je het een beetje zorgvuldig aanpakte kon je je hele privéleven op het internet plempen. Heerlijk afreageren op die klootzak van een ex, of je achterlijke collega's. Mits je dus voorzichtig was, wat lang niet altijd goed ging. Mensen verloren vrienden en zelfs banen door hun vermeende anonimiteit. En natuurlijk waren er ook bloggers die met naam en toenaam blogten. Gewoon over de dingen van alledag, soms zelfs erg goed, hele boeken zijn er uit voortgekomen. Maar wat we allemaal gemeen hadden was onze behoefte aan aandacht. Want als je geen aandacht wilt, kun je je verhalen beter in een schriftje schrijven. Zelf was ik één van de vele anoniemen. Lief en leed deelde ik met grote groepen mensen die ik verder niet kende, en meestal ook niet wilde kennen. Sommige van hen heb ik wel ontmoet, en met een enkeling heb ik nog steeds contact. Maar bijna niemand van mijn vrienden of familie las mee, wat zo zijn voor- maar ook zeker nadelen had. Destijds had ik er best wat aan, dat bloggen. Vooral mijn eerste jaren als "alleenstaande moeder" (de term alleen al). Ik had iets te doen 's avonds, als zij in bed lag en ik de deur niet uit kon. Het was m'n persoonlijke afreageerplekje, daar op het wereld.wijde.web. Maar drie verhaaltjes per week werden er na verloop van jaren twee en toen één. Later nog maar eens per maand of nog minder. Te druk met werken, leven. Het had z'n doel gediend. Een jaar of twee geleden heb ik de hele boel opgedoekt. Meer dan zeshonderd verhalen en gedichten offline gehaald. Een paar honderd ervan bewaarde ik. De rest was nóg erger. Tegenwoordig deelt men zijn leven online via facebook en twitter, waarbij je zelf bepaalt wie er wel en niet mee kan lezen. Met hele nieuwe functionaliteiten en eigenaardigheden. Zo weet ik tegenwoordig gelukkig elke dag wat mijn tante in Tietjerksteradeel vanavond eet en wiens verjaardag ik nu weer vergeten ben. Maar bloggen is uit. Je hoeft niet meer lang na te denken over die ene mooie openingszin of afsluiter, het is al snel goed en vluchtiger dan de wind. Toch mis ik het soms, gewoon zo nu en dan een verhaaltje schrijven en delen met anderen. En natuurlijk is het één grote egotrip. Maar een mens moet een hobby hebben. En schrijven is toevallig de mijne.