zondag 25 november 2012

zweepjes & bierbuiken

Er is duidelijk iets aan de hand met mij.
Het is vreselijk, ik hoor er niet bij, ik ben het zwarte schaap, de vreemde eend.
Want ik vond 50 tinten grijs 500 pagina's te lang.
Miljoenen vrouwen zijn er wildenthousiast over, dus ik begon verheugd aan het eerste deel.  Inmiddels zijn we drie maanden verder en ik ben me nog steeds door het derde deel heen aan het worstelen.
Ik, die normaal gesproken twee boeken per week leest.
Met gemak.

De enige keer dat ik langer deed over het lezen van een boek was die keer dat ik wilde stoppen met roken met behulp van een populair amerikaans zelfhulpboek. "Stop niet met roken voordat u dit boek helemaal uit hebt," benadrukte de schrijver.

Maar deze boeken gaan er bepaald niet over jezelf iets te onthouden. Integendeel. Boek één en twee beslaan welgeteld drie weken.
Drie weken waarin bloedmooie Annie, het hoofdpersonage, ongeveer vijfentachtig keer sex heeft met Christian, de getraumatiseerde zakenman.
Christian is de natte droom van elke vrouw. Mooier dan Brad Pitt en Johnny Depp bij elkaar, sociaal, enorm lief, maar gevaarlijk en onvoorspelbaar, en rijker dan Dagobert Duck.
En tussen al die sex door beleven ze ook nog een aantal spannende avonturen (het zijn dikke boeken).  Maar de echte spanning zit in de manier waarop deze mensen hun seksualiteit beleven.
Christian en Annie doen namelijk aan sm.
En dat kan, dat is ook een hobby. Vooral doen waar je zin in hebt, zolang je anderen er maar niet mee kwetst, zei m'n oma altijd. Nu zal ze daar vast geen sm mee bedoeld hebben, maargoed, het gaat om het idee.
Oh, en bij sm is het natuurlijk juist een soort van de bedoeling, dat kwetsen, maar dat is dan weer met wederzijds goedvinden, dus dan mag het.
Maar ik dwaal af.
Mijn punt is dat die boeken wereldwijd door al die vrouwen worden verslonden, en dat ik persoonlijk tientallen, zoniet honderden, boeken las die ik aanbevelingswaardiger vind. Maar dáár hoor je niemand over.

Wat ik wel hoor is dat de verkoop van handboeien, zweepjes, ballen en balletjes explosief is gestegen na de uitkomst van deze boeken.
Wat ik ook hoor is dat volwassen mensen, die dus al jarenlang hun sexleven op geheel eigen wijze gestalte geven, ineens workshops gaan volgen om te leren sm-en.
Dus dat Henk en Ingrid ergens in een nieuwbouwwijk in Almere op hun Ikeabed naarstig aan het zoeken zijn naar bevestigingspunten voor het vastbindtouw ("Nee joh, niet dát touw, das het springtouw van kleine Britney!").
En dat Ingrid inmiddels met een uitgescheurde vaginus rondloopt, want ze wist niet dat je die balletjes uit moest doen tijdens de spinningtraining op de sportschool.

En dat snap ik dus niet.
Hebben al die vrouwen hun behoefte aan sm dan altijd onderdrukt? Of bedachten ze zich pas tijdens het lezen van deze boeken dat ze dat eigenlijk altijd al eens hadden willen doen: vastgebonden en geblindoekt genomen worden door hun eigenste Henk.
Ik zie dat dan ook voor me hè, hoe Henk, kalend en met behaarde bierbuik, zo'n bal in Ingrid's mond propt, haar vervolgens wat onhandig vastbindt, waarna hij zich een tikje hulpeloos staat af te vragen wat hij nú moet doen.
Maar dat kan hij niet aan zijn Ingrid vragen, want dan roept zij weer gefrustreerd dat hij dat zelf moet bedenken, want dát past niet in haar beeld van een dominante man.
Terwijl Henk veel liever gewoon met een biertje op de bank voetbal had gekeken.
Maar ja, zijn vrouw heeft die boeken gelezen.

Enfin.

Het wachten is op de man die het allemaal niet meer trekt, de man die gewoon zijn saaie, voorspelbare Ingrid terug wil. Lekker 's avonds samen voor de buis en één keer per week ff een nummertje maken, niet al dat gedoe.
Het wachten is op de man die het zat is om in zijn slaapkamer over al die vreemde attributen te struikelen, of erger nog, de man die enorm baalt dat hij de zolder om moest bouwen tot sm-kelder. De man die daar zijn biljarttafel of modelspoorbaan voor op moest offeren.
Die man die vandaag of morgen uit zijn vel springt van woede als hij op dinsdagavond, terwijl hij net lekker aan de koffie zit, met zijn vrouw naar de zoveelste bondageworkshop moet. Waarop hij met zijn vuist op tafel slaat en brult dat het nou genoeg is geweest!
Om Ingrid vervolgens mee naar boven te sleurenen en op brute wijze de liefde met haar te bedrijven.

Zodat ze toch nog haar zin kreeg.

vrijdag 23 november 2012

to blog, or not to blog?

Bijna tien jaar geleden was bloggen het nieuwe verhalen bij het kampvuur. Alleen nu hoefde je er je huis niet meer voor uit. Een kampvuur was ook overbodig, het enige wat je nodig had was een computer en een internetaansluiting. Bloggen was het eerste medium waarmee men online verhalen deelde. Soms vergezeld van foto's of muziek, maar het ging in eerste instantie om de verhalen. Er waren serieuze bloggers (pijnlijk serieus soms zelfs), aanvallende bloggers, bloggers die het met humor deden of met sarcasme. Of een combinatie van dit alles. Verder waren er grote groepen mensen die enthousiast alle dagelijkse belevenissen van hun huisdieren deelden, liefst met héél veel bewegende vlinder en/of kattenplaatjes. Dat waren de bloggers waar de zogenaamde serieuzen op neer keken. Er ontwikkelde zich een complete bloghiërarchie, met meetings waar zij wél en zij niet voor uitgenodigd werden. Met als bijkomstigheid dat het allemaal anoniem kon: als je het een beetje zorgvuldig aanpakte kon je je hele privéleven op het internet plempen. Heerlijk afreageren op die klootzak van een ex, of je achterlijke collega's. Mits je dus voorzichtig was, wat lang niet altijd goed ging. Mensen verloren vrienden en zelfs banen door hun vermeende anonimiteit. En natuurlijk waren er ook bloggers die met naam en toenaam blogten. Gewoon over de dingen van alledag, soms zelfs erg goed, hele boeken zijn er uit voortgekomen. Maar wat we allemaal gemeen hadden was onze behoefte aan aandacht. Want als je geen aandacht wilt, kun je je verhalen beter in een schriftje schrijven. Zelf was ik één van de vele anoniemen. Lief en leed deelde ik met grote groepen mensen die ik verder niet kende, en meestal ook niet wilde kennen. Sommige van hen heb ik wel ontmoet, en met een enkeling heb ik nog steeds contact. Maar bijna niemand van mijn vrienden of familie las mee, wat zo zijn voor- maar ook zeker nadelen had. Destijds had ik er best wat aan, dat bloggen. Vooral mijn eerste jaren als "alleenstaande moeder" (de term alleen al). Ik had iets te doen 's avonds, als zij in bed lag en ik de deur niet uit kon. Het was m'n persoonlijke afreageerplekje, daar op het wereld.wijde.web. Maar drie verhaaltjes per week werden er na verloop van jaren twee en toen één. Later nog maar eens per maand of nog minder. Te druk met werken, leven. Het had z'n doel gediend. Een jaar of twee geleden heb ik de hele boel opgedoekt. Meer dan zeshonderd verhalen en gedichten offline gehaald. Een paar honderd ervan bewaarde ik. De rest was nóg erger. Tegenwoordig deelt men zijn leven online via facebook en twitter, waarbij je zelf bepaalt wie er wel en niet mee kan lezen. Met hele nieuwe functionaliteiten en eigenaardigheden. Zo weet ik tegenwoordig gelukkig elke dag wat mijn tante in Tietjerksteradeel vanavond eet en wiens verjaardag ik nu weer vergeten ben. Maar bloggen is uit. Je hoeft niet meer lang na te denken over die ene mooie openingszin of afsluiter, het is al snel goed en vluchtiger dan de wind. Toch mis ik het soms, gewoon zo nu en dan een verhaaltje schrijven en delen met anderen. En natuurlijk is het één grote egotrip. Maar een mens moet een hobby hebben. En schrijven is toevallig de mijne.